LEIDEN – Het tweede KNSB-team van Schaakvereniging Sliedrecht heeft in de zevende ronde van de KNSB-competitie Leiden ontzet. Teamleider Jerry van Rekom zag zijn op het oog gehavende team met 3,5-4,5 winnen van LSG 4, dat nu steviger op de laatste plaats staat in klasse 4F. Leiden in last geldt dus zeker voor deze Leidse formatie.
De Leidse formatie dacht met een spiegelbeeldopstelling (de sterkste spelers aan de laagste borden) de Sliedrechtse formatie te verrassen, maar kwamen bedrogen uit. Dat leek aanvankelijk niet zo, omdat Wout Boer en kopman Jerry van Rekom zich er met een Jantje van Leiden afbrachten met twee bloedeloze remises. Beiden moesten thuis nog gaan “ridderen” (de ramen zemen) en togen snel naar huis.
Het vertrek van de teamleider leek aanvankelijk desastreuze gevolgen te hebben. Eerst ging de reserve-teamleider de mist in. Hij dacht de Wolga te spelen, maar hij werd het slachtoffer van het Leidse galgewater. Een achterstand was een feit.
Het werd nog erger, doordat Willem Kuiper tegen een Leidse dame speelde en het slachtoffer werd van de bekende vrouwelijke Leidse dadendrang “praten en breien, doen de meisjes uit Leie“. Tja, daar was zelfs Fries Kuiper niet tegen bestand; 3-1. De thuisploeg dacht al een feestje met het plaatselijke drankje, LEIDSCH AAIPIEJEE bier. Tja, dan hebben ze in Leiden toch buiten de Alblassewaardse waard gerekend!
Het Leidse team rekende zich dus rijk, zeker omdat nog twee Bleskensgraafse “boeren” bezig waren en het klonk al snel als volgt:
Schommele, schommele meie,
De boer die gaat naar Leie,
En als hij dan in Leie komt
dan valt hij in de koeiestront.
De eerste “boer”, Hans Klein, dacht daar echter anders over en wist na een goede opening een gevaarlijke aanval van zijn tegenstander dodelijk te counteren. Wellicht heeft de tegenstander wat gemist en zodoende kon hij zich wel een heiter voor zijn treiter geven. Een prachtige zege van de nestor van het ouwemannenteam; 3-2.
De stand werd gelijkgetrokken door onze Giessenburgse Tim Schakel. De tegenstander van Tim probeerde hem in London aan te pakken, maar laat dat nu net de opening zijn die Tim had voorbereid. Na prima spel kwam Tim een pion voor en de tegenstander probeerde nog een Leidse Glibber (biertje) te zijn, maar Tim liet niet meer los en kon de felicitaties van zijn sportieve tegenstander in ontvangst nemen; 3-3.
Wim Hokken speelde een sterke opening en kwam in het voordeel. Daarbij dacht hij al snel:
Ik wou zo graag een ketting breien
Ik moet dan door de poort van Leien
Na veel gemanoeuvreer lukte het Wim door de Leidse stellingen te komen met een fraaie winst tot gevolg; 3-4.
Aan Bert Terlouw de taak om de Leidse vesting definitief te slechten. En dat deed Bert met verve. In aanvallende stijl leek hij regelrecht op de winst af te stevenen, maar in teambelang koos hij voor een dikke plusremise. Wat een teamgeest; 3,5-4,5!
Zo liet het ouwemannenteam het Leidse team met een “lekke pijp” en “aan de preutel” achter, terwijl het zelf kon gaan “peren”. Nu een ronde rust – kunnen die ouwe mannen wel gebruiken – en dan in de laatste ronde nog even knallen. Dan is Johan van de Griend weer de teamleider. Kijken of deze “sjappetouwer” kan gaan scoren…
