SLIEDRECHT – Donderdag 7 juli werd de 4de van de 7 rondes van het Open Kampioenschap Schaken van de Drechtstreek – het OKD – gespeeld en net als vorige week regende het punten. Dit keer werd er slechts aan 3 borden remise gespeeld.
Nu staan er 4 mensen bovenaan met 3½ punt. Dat zijn Peter van den Bergh, Wim Pool, Jorik Klein en Jerry van Rekom. Wim en Jerry hebben een keer remise gespeeld; Peter en Jorik hebben alleen nog maar gewonnen. Zij hebben echter allebei een bye opgenomen (waar je een ½ punt voor krijgt) en dus nog maar 3 x gespeeld. Dit viertal wordt direct gevolgd door Tim Schakel met 3 punten. Het blijft dus spannend!
Zie https://www.okdschaken.nl/ voor alle uitslagen en standen. Lees hieronder snel verder voor het hele verslag van reporter Simon Kadijk.
Eindspel met torens
Kees Wessels speelde tegen Luana Mensing aan bord 11 een moeilijk eindspel. Beiden hadden op een gegeven moment nog 2 torens en 6 pionnen en toreneindspelen met pionnen staan bekend als moeilijk. Je moet dan heel veel zetten vooruit kunnen denken en daar dus ook de tijd voor hebben.
Op een gegeven moment lukte het Luana niet meer om meerdere pionnen die werden aangevallen – want de koning van Kees deed natuurlijk ook mee – goed te verdedigen en dan gaat het snel.
Snelle partij
Henk Prins won dit toernooi voor het eerst een partij. Hij kon Simon Kadijk snel uitschakelen die al op zijn 2de zet met dame een pion sloeg. Simon vergat de terugweg voor de dame veilig te stellen en Henk wist die maar op te jagen en kwam ondertussen steeds beter te staan.
Bord 4: wachten en slachten
Aan bord 4 speelde Jorik Klein met wit tegen Kees van der Does. Het leek wel of hij gewoon afwachtte wat Kees zou doen en of hij een fout zou maken. Na 15 zetten had Jorik nog geen enkel stuk geslagen. Maar toen was er opeens een slagveld! Op zijn 16de en 17de zet sloeg Jorik een pion van Kees, op de 18de zet een paard, op de 19de zet een loper en op zijn 20ste zet weer een pion. Er werd flink afgeruild, maar Jorik kwam hier duidelijk sterker uit en de paarden van Kees stonden (te) ver uit elkaar en Kees kon niet tegelijk rekening houden met een pion van Jorik die op weg was om te promoveren en zijn koning schaakvrij houden. 1 – 0 voor Jorik.
Bord 3: na lang denken remise
Dana Verheij speelde met wit tegen Robert van Rekom. Robert heeft vrij lang een dame gehad op veld h3 met ook nog eens een paard in de buurt. Dus Dana moest goed de verdediging van haar koning in de gaten houden en dat deed ze prima of zoals Robert na afloop zei: ze maakte geen fouten en ze speelde goed. Ik had op mijn papiertje al halverwege de partij geschreven “gelijk”. En inderdaad: na zet 23 bood Dana zachtjes remise aan. Ik dacht eerst zou Robert het wel gehoord hebben, want hij reageerde maar niet. Maar ik zag op zijn notitievel, dat hij het gehoord had. En na lang nadenken nam hij het aan. En dat werd mede ingegeven door de geringe tijd die hij nog op de klok had. Anders gezegd: Dana heeft Robert goed aan het denken gezet!!
Bord 2: mat op het bord
Aan bord 2 werd tot het bittere einde doorgespeeld. Peter van den Bergh speelde met wit tegen Johan van de Griend. In het begin werd ongelijk materiaal geruild. Daardoor had Johan aanvankelijk een toren en een pion meer en Peter een paard en een loper. Maar hoe ga je met dat verschil om? Wat Johan dacht weet ik niet, maar hij werd nogal eens schaak gezet en speelde meer reagerend dan agerend. En op een gegeven moment werd hij ‘gewoon’ mat gezet door Peter. Volgens mij had hij dat niet verwacht.
Bord 1: buitengewoon complex
Aan bord 1 speelde Tim Schakel met wit tegen Wim Pool. Dat was een bijzonder complexe partij waarbij Tim eigenlijk het hele spel wat voorstond en lange tijd hoefde hij ook geen aanval te vrezen. Maar dat voordeel nam wel van lieverlee wat af. Wim maakte het zichzelf ook nog niet makkelijk toen hij zijn geïsoleerde pion naar d5 speelde. Daar kon Tim veel druk op uitoefenen en Wim moest ook nog eens zijn dame goed in de gaten houden. Maar dat deed hij uitstekend en toen hij zijn paard naar voren speelde werd Tim beducht voor een koningsaanval.
Of om het met de woorden van Tim zelf te zeggen: “Op tijd moest ik schakelen om de tegenstoot van zwart op te vangen (het zwarte paard en zwarte dame dreigden opeens heel vervelend het witte kamp binnen te vallen) maar dat lukte. Wit stond nog steeds beter maar het voordeel blijft binnen de perken en in praktische zin heeft ook zwart kansen. Doorspelen (Wim bood remise aan) zou in wederzijdse tijdnood een loterij betekend hebben.” Zo zie je maar, dat voorstaan niet voldoende is en in complexe situaties moet je je knopen tellen en dan kun je na 30 zetten maar beter remise accepteren dan het laten uitlopen op een tombola. Dit was dus één van de weinige borden waaraan remise werd overeengekomen.
Simon Kadijk