Als afsluiting van het seizoen trad Sliedrecht 6 op 11 april aan tegen een delegatie van de Capelse Schaakvereniging: CSV 4. Ondanks dat zij de laatste plek in de poule bezetten met 0 punten, hebben ze op papier gemiddeld ruim 100 ratingpunten meer. Eerder dit seizoen hebben we echter bewezen dat dat niet alles zegt.
Door ons suboptimale uitgangspunt is teamleider Willem al ver voor de wedstrijd de reglementen ingedoken op zoek naar de vigerende degradatieregels. De verschillende als-dan scenario’s vlogen de spelers wekenlang om de oren. Op de avond zelf waren enkele andere uitslagen in de poule bekend, en wisten we dat we bij gelijkspel of winst de 7e plek zouden vermijden en onszelf veilig zouden spelen in de 3e klasse RSB, mocht er volgend jaar een 4e klasse komen.
De opdracht was dus duidelijk. Om die kracht bij te zetten doopte Willem, in aanloop naar Super Saturday, de avond om tot Thunder Thursday. In een voorbereidende mail ontvangen we altijd een stuk historie over de betreffende schaakvereniging, plaats en/of bekende (oud-)inwoners, het adres van een willekeurige speelruimte in de buurt van waar we écht moeten zijn en de opstelling voor de betreffende avond. Deze mail,
die we normaal een minuut of 30 voor aanvang van de wedstrijd ontvangen, kregen wij ditmaal al in de ochtend om de druk maximaal op te voeren. Voor de zekerheid stond er “(vanavond)” in het onderwerp, om te voorkomen dat spelers 30 minuten na de mail – dus om 9 uur ’s ochtends – aanwezig zouden zijn in De Havik.
Willem heeft zich het afgelopen jaar ontpopt als groots leider, die zich bezighoudt met de grote lijnen en triviale zaken – expliciet of impliciet – delegeert. Voor één van deze triviale zaken, het inventariseren wie er kunnen spelen, had Arco als een ware hulpsinterklaas via whatsapp 8 spelers bereid gevonden. Voor de laatste avond hadden we een unicum: er waren geen KSNB invallers nodig!
In de opstelling viel op dat Johan was gestegen naar bord 4, een terecht gevolg van zijn vorm van de afgelopen tijd. Hans debuteerde in het 6e en kreeg bord 5 toegewezen, een teken van blind vertrouwen – daarover straks meer. Arco kreeg bord 8. Het is niet duidelijk of dit tactiek was of een terecht (?!) gevolg van zíjn vorm de afgelopen tijd…
In de loop van de dag werd duidelijk waarom Willem normaal zijn mail een half uur voor de wedstrijd stuurt. Er ontwikkelde een vorm van rebellie van spelers die een ander bordnummer of kleur wensten. Het detail van onderlinge spelersverhoudingen werd vakkundig gedelegeerd met een whatsappbericht (“komen jullie er onderling uit?”). Peter trok aan het langste eind en kreeg zijn gewenste wit op bord 8, waardoor Arco op bord 7 plaatsnam.
De initiële opstelling is waarschijnlijk uitgelekt: de tegenstander op bord 8 had vermoedelijk verwacht tegen Arco te spelen. In het vorige verslag heeft hij gelezen dat Arco de gehele avond geobsedeerd naar een koekje bij het bord naast hem heeft gekeken. Vervolgens heeft hij 4 mini appelflappen meegenomen om indien nodig een remise uit een verloren stelling te kunnen kopen. Door de last-minute switch moest hij echter tegen Peter, die niet gevoelig blijkt voor mini appelflappen. Resultaat is dat Arco wederom een avond lang naar een versnapering op het bord naast hem heeft moeten kijken.
De aftrap voor de wedstrijd (triviaal, dus gedelegeerd) wordt gegeven door Mark. Die helpt ons direct erna nogmaals uit de brand door een aantal notitieblaadjes te printen voor de tegenstander, waarna de klokken ingedrukt kunnen en Thunder Thursday is losgebarsten.
Na circa een uur spelen maak ik mijn eerste inventarisatierondje langs de borden (als input voor het aan mij gedelegeerde maken van het verslag). Rond dat tijdstip beginnen de eerste onweerswolken zich te vormen. Marcel (bord 3) krijgt een flinke aanval over zich heen. De tegenstander van Johan (4) offert een paard om te forceren in de stelling waar Johan zijn koning nog in midden heeft.
Ondanks dat er geen KNSB-spelers meespelen, zijn de tactieken wel aanwezig. Hans (5) en Peter (8) volgen het voorbeeld van Wim Hokken en staan al snel een pion achter. Bij Wim zien wij dat inmiddels als een garantie voor winst. Ikzelf (2) kom niet lekker uit de opening en ga gedrongen het middenspel in.
Op de overige borden gaan Leo (1), Ferhat (6) en Arco (7) gelijk op. Leo heeft zelfs iets meer ruimte dan zijn tegenstander.
Het aanvallende spel van de tegenstanders lijkt uit te betalen. De aanval die Marcel (3) poogt te pareren kost hem een stuk en geeft een slechtere stelling. De tegenstander van Johan (4) heeft al snel 3 pionnen terug voor zijn offer en een flink actievere stelling.
Maar er is ook goed nieuws. Hans (5) wint. Hij staat – voor mij opeens – een toren voor. Of het gepland is, is niet duidelijk: precies wanneer ik langsloop, vraagt hij het notitieblaadje van zijn tegenstander. Mogelijk weet hij zelf ook niet precies hoe het is gekomen?! De 1-0 voorsprong staat in ieder geval!
Over het blind vertrouwen van de teamleider: het vertrouwen bleek terecht! De toevoeging blind ook. Aangekomen bij de bar werd Hans begroet door de inmiddels aanwezige Willem met de opmerking: “Ah, ben jij Hans?”. De fact-checkers mogen het uitpluizen, maar het sterke vermoeden bestaat dat dit de eerste keer is in 83 jaar schaakhistorie van Sliedrecht dat een teamleider een speler opstelt die hij helemaal niet kent.
Overigens ziet de 1-0 voorsprong er vooral op papier goed uit. Peter (8) staat inmiddels 2 pionnen achter. Wie a zegt, moet b zeggen?
Bij Johan (4) is de rook inmiddels opgetrokken en begint na een flinke afruil het eindspel. Omdat zijn tegenstander het stuk heeft teruggewonnen moet Johan tegen 3 pionnen achterstand opboksen. Arco (7) lijkt in gelijke stelling een verkeerde aanpak te kiezen, en komt er met een pion minder uit. Ook Ferhat (6) kijkt tegen een materiële ongelijkheid aan en staat een kwaliteit tegen een pion achter.
Ik (2) krijg inmiddels een aanval over mij heen. Omdat zowel ik als mijn tegenstander het niet volledig kunnen doorrekenen, laat ik het gebeuren. Mijn tegenstander moet er een stuk voor offeren, en het breekt de stelling – waarin ik nog steeds vast sta – open. Aan hem de taak te bewijzen dat zijn aanval goed is.
Thunder Thursday komt steeds dichterbij. De tegenstander van Johan (4) vindt het nodig om herhaaldelijk te promoveren en 4 lopers (?!) te halen. De geldende karmawetten gebieden dat het dan eigenlijk per ongeluk pat moet worden, maar helaas weet zijn tegenstander op mat af te stevenen. Die lol gunt Johan hem niet, en vlak daarvoor geeft hij op. Iets waar zijn tegenstander vervolgens naast bord 1 zijn beklag over doet (“als je tegenstander opgeeft, kun je geen mat zetten”). Na de bliksem volgt de donder: ook Marcel (3) weet niet terug te komen van het stuk achterstand, en moet de stand op 1-2 zetten.
Op bord 1 vergeet – volgens eigen zeggen – de tegenstander van Leo een pion te verdedigen. Eén pion verliezen is weliswaar niet zo erg, maar deze pion bleek te staan op een veld die Leo een matzet of damewinst opleverde. 2-2, maar wederom vooral op papier een mooie tussenstand. Het onweer dat al langer boven de borden hing, barst los.
Ferhat (6), die materieel slechter stond, moet het verlies incasseren. Arco (7) heeft weliswaar ervaring met een eindspel met een pion minder, maar weet het ditmaal niet naar een remise te schwindelen. Ongetwijfeld is de ambachtelijke traktatie naast hem hier debet aan en is hij er inmiddels van overtuigd dat we tegen de Cappelflapse Schaakvereniging spelen.
Op mijn bord (2) ontspint een mooi aanvals- en verdedigingspel, waarbij mijn tegenstander de aanval sterk uitvoert. Dat effect wordt versterkt doordat ik in één van de zetten niet de juiste verdediging kies, wat mijn tegenstander subliem in mat omtovert. Bij analyse hebben ook andere varianten overigens weinig kans van slagen. Hierdoor staat in korte tijd de 2-5 op de borden en is verlies een feit.
Peter weet nog een tijd door te vechten met inmiddels weer één pion minder, maar fors minder tijd. Uiteindelijk moet ook hij met lege handen huiswaarts keren.
Met een stand van 2-6 bleek de naam Thunder Thursday juist gekozen. Het donderde inderdaad. Dat daarachter de toevoeging ‘in elkaar’ moest, had Willem vermoedelijk niet bedoeld.
Hij overweegt dan ook om het bedenken van een bijnaam voor de avond in het vervolg te delegeren…